Tijdens het begin van jouw wandeling of andere outdooractiviteit, lijkt het wel alsof niemand je kan stoppen. Met jouw zevenmijlslaarzen maak je lekker wat afstanden en geniet je van de tocht. Maar toch kunnen er bepaalde situaties voorkomen dat er toch wat roet in het eten wordt gegooid. Ongemakken tijdens een lekkere hike zorgen voor een mindere dag en zo ook minder zin om de volgende keer weer de wandelschoenen te pakken. Deze keer hebben we het over dikke vingers tijdens het wandelen, maar vooral hoe je ervan af kan komen.
Een dikke vinger naar dikke vingers
Dikke en opgezwollen vingers kunnen erg vervelend zijn tijdens het wandelen. Gelukkig zwellen je polsen nooit zoveel op als je vingers, dus kan je je stappenteller lekker om je arm laten zitten. Als je er nog nooit last van hebt gehad, mag je jezelf gelukkig prijzen. Anderen voelen het alleen aan een iets knellende ring en weer iemand anders kan amper meer iets uit de tas pakken. Dikke vingers tijdens het wandelen zijn er dus in verschillende vormen en maten. Maar laten we vooral proberen om dikke, stijve en opgezwollen vingers tijdens het wandelen te voorkomen.
Het ontstaan van dikke vingers tijdens het wandelen
Dikke vingers tijdens het wandelen zien we met name tijdens de warmere maanden. Er wordt gezegd dat het te maken heeft met de temperatuur, de positie van jouw armen en handen en de bloedcirculatie. Omdat jouw handen vaak naar beneden hangen tijdens het wandelen, kunnen er dikke vingers ontstaan. De bloedcirculatie is niet voldoende op gang om het bloed goed rond te blijven pompen en daarom gaat het bloed en vocht vooral in jouw vingers zitten.
Zijn dikke vingers gevaarlijk?
Over het algemeen hoef je je nergens zorgen over te maken. Het bloed en vocht dat in jouw vingers gaat zitten zorgt voor een zwelling. De zwelling gaat meestal na de wandeling vanzelf weer over en is niet gevaarlijk. Toch kan het wel erg vervelend aanvoelen. Helemaal als je het gevoel hebt als jouw ring de vinger afknelt of als je simpelweg de rits van jouw tas niet meer open krijgt.
De tips tegen dikke vingers
Een dikke vinger opsteken tegen dikke vingers tijdens het wandelen is het liefste wat je doet. Daarom hebben we wat tips voor je opgesomd. Mochten deze tips je niet helpen en mochten de klachten eveneens niet afnemen, dan is het goed om contact op te nemen met jouw huisarts.
Lopen met wandelstokken
Om ervoor te zorgen dat jouw vingers niet meer het laagste punt zijn, kan je gebruik maken van wandelstokken. Zorg er wel voor dat je ze goed afstelt, want anders heeft het geen zin tegen dikke vingers of ga je met een verkeerde houding wandelen. Mocht je geen wandelstokken hebben, dan kan je ze uiteraard aanschaffen. Of je zoekt iets waardoor je jouw handen ook omhoog blijft houden. Denk bijvoorbeeld aan stokjes, steentjes of gewichten. Zolang je er maar voor zorgt dat jouw handen meer omhoog zijn.
De fijne kneepjes
Stokjes, steentjes of gewichten zorgen er ook voor dat je ergens in knijpt. Mocht je geen attributen hebben of willen gebruiken, dan kan je ook gewoon geregeld in jouw handen knijpen. Zo leer je de fijne kneepjes van het wandelen met dikke vingers. Zorg dus voor goede bewegingen met jouw armen en maak geregeld een goede vuist. Zo hou je de bloedcirculatie op peil en gaat het bloed en vocht niet in jouw vingers zitten.
Zo zijn we niet getrouwd
Hoewel je het liever niet doet, kan het veel verlichting zijn als je jouw (trouw)ring(en) uitdoet voor het wandelen. Zo voorkom je dat bepaalde vingers afgekneld raken. En dat scheelt veel ongemak. Daarnaast kan je tijdens het wandelen ook een paar keer goed boven je hoofd zwaaien om dikke vingers te voorkomen of juist er vanaf te komen. Het bloed kan zo namelijk weer wat naar beneden zakken. Zorg er daarnaast voor dat je voldoende eet en drinkt. Heb jij nog tips? Laat het ons weten in de comments below.
2 reacties. Reactie plaatsen
Zorg voor een rugzak met lussen aan de schouderbanden. Zitten ze er niet aan, dan kan je ze zelf maken met lapjes stof door de kleine lusjes die er eigenlijk altijd wel aan zitten. Tijdens het wandelen kan je de lussen met je handen vast houden of je duimen erin haken. Zo blijven je handen hoog en gaat het dikke vingers tegen. Alternatief is de bostband gebruiken om vast te pakken.
Absoluut een goede aanvulling Rob! Zo doe ik het ook vaak 🙂