Mera Peak

Mera Peak in Nepal, een hike-eitje?

door

Na het avontuur van de Three Passes Trek en Everest Base Camp van vorig jaar, had ik me door mijn Sherpa gids laten verleiden dit jaar een echte top te beklimmen. Het werd Mera Peak in Nepal. Met 6.476 meter mijn eerste ‘zesduizender’. Deze top zou ‘hikeable‘ moeten zijn. Je kunt hem technisch gezien dus te voet bereiken, zonder dat je echt moet bergbeklimmen. Natuurlijk is het nog steeds geen appeltje-eitje en ben je in totaal weken onderweg om op de top te komen. Maar ik kan je vertellen: dan heb je ook wel wat. Een ervaring om nooit te vergeten en een mooi verhaal om te delen. Komt ie:

Zelf Mera Peak beklimmen? Je kunt, net als André, een lokale reisagent inschakelen. Een andere optie is om je reis te boeken via Bookatrekking. Een 16-daags avontuur waarbij alles voor je geregeld wordt. Behalve het lopen uiteraard, want dat mag je nog steeds zelf doen.

Mera Peak, here I come

Eenmaal aangekomen in de Himalya is er niet veel tijd om hier aan te wennen of bij stil te staan. De meeste trekking expedities vertrekken de eerstvolgende ochtend. Zo ook de mijne. Maximaal tien kg in de tas is het advies, maar voor Mera Peak zijn echte sneeuwschoenen nodig en een minus veertig graden slaapzak. Na het maken van wat moeilijke keuzes blijft er 17 kg over. Arme porter, maar daarover later meer.

Kathmandu, de poort naar de Himalaya

Wie voor het derde jaar op rij Kathmandu binnenvliegt laat zich niet meer verrassen door deze stoffige, vieze, drukke en oh zo levendige stad. Het verkeer blijft mij echter ook nog steeds verbazen. Het is een stroom water die zich links door de straten wurmt. Het toeteren om te waarschuwen, niet uit boosheid. Maar dan wel continu. Het advies voor veilig oversteken blijft hetzelfde: ga, maak een stap en blijf gaan. Als een bewegende rots in de waterval. Zolang jij rustig blijft gaan stroomt het verkeer soepel om je heen. Schrik niet en maak geen onverwachte bewegingen. 

Opstopping op Lukla

Tegenwoordig bestaat er geen rechtstreekse vlucht meer van Kathmandu naar Lukla. Aangezien er bij slecht zicht niet wordt gevlogen, veroorzaakte dat regelmatig teveel overlast van toeristen op het vliegveld. Daarom rijden we vandaag in een 4×4 Jeep van Kathmandu naar Marechepp. Wie daar veilig aankomt is aardig door elkaar geschud. Bij slecht weer wachten hier nu tientallen toeristen. Wij blijven een nachtje slapen en hebben een ticket voor Lukla vroeg in de ochtend. 

Echter, er bivakkeren nog diverse vluchten van gisteren en eergisteren op het vliegveldje, dus we moeten wachten. Samen met twee aardige Engelsen hikers besluiten we ter plekke een plan B voor te bereiden; een helikopter. Uiteindelijk gaat er geen vliegtuig deze dag en werkt ons plan B heel goed uit. Om vier uur ‘s middags landen we verticaal op het gevaarlijkste vliegveld van Nepal. Het Tenzing Hillary vliegveld van Lukla. Helaas is het te laat om nog te gaan wandelen, dus we blijven er slapen. Later blijkt dat er nog vier dagen geen vluchten zijn geweest naar en van Lukla. Dan ontstaat er echt een opstopping aan beide zijden. Geen lodges meer, hikers die gaan wandelen. Zo’n drie dagen extra omhoog. 

Daar gaan we

Doorat we direct van 1.300 meter hoogte in Kathmandu naar Lukla zijn gegaan op 2.800 meter hoogte, word ik wakker met een lichte hoofdpijn. Hoogteziekte. Gelukkig verdwijnt het na de eerste kop thee en de start van de wandeling. We zijn onderweg naar Paiya. Heuvel af, in de stromende regen. Onze jonge porter heeft het erg moeilijk. Ik kan me nog niet voorstellen dat hij het gaat redden richting de 6.000 meter volgende week. In Paiya aangekomen blijkt dat ook. Hij heeft de tassen op een ezel gehesen en een vriend in Lukla gebeld om hem te komen vervangen. Mijn gids Nurbu is helemaal niet boos en we geven hem zelfs een fooi. Als dank krijg ik van hem een gebedsjaal omgehangen. Vredelievend boedisme.

Bloedzuigers

De eerste dagen is het flink afzien. Veel glibberige trappen omhoog en omlaag, langs afgronden en door watervallen. Alle dagen hiken we door de regen in het bos. Of eigenlijk, door een soort regenwoud. Voor het eerst heeft een bloedzuiger mijn kuit te pakken. Net boven de sok. Het valt nog niet mee om hem (m/v) eraf te trekken en daarna blijft het bloeden. Het zal niet de laatste zijn. Op een moment is mijn broek bij mijn knie helemaal rood. Te laat, de bloedzuiger is vol en heeft zich al laten vallen. Mijn gids laat hem zien en maakt gebaren alsof de bloedzuiger een mooi feestje viert nu op mijn bloed.

De ultieme uitdaging komt al ver voor de top

De paden vragen soms best veel van mijn hoogtevrees. Heel voorzichtig moet ik soms langs kleine aardverschuivingen. De ultieme uitdaging is de halve boomstam van 20 cm breed en tien meter lang over de inmiddels woeste waterval. Zonder reling en glad. Wie hier afvalt kan het echt vergeten. Mera Peak is hikeable, maar de weg er naartoe heeft voor mij de meeste uitdagingen. Douchen is overigens ook alweer vier dagen geleden en dat record zal nog verder worden verbroken tot 12 dagen. Dit jaar echter heb ik de ‘wetties’ mee. Die redden me wel.

Inmiddels hebben we Panggom en Chhetra Kola ook achter ons gelaten. We klimmen 500 hoogtemeters uit het bos en arriveren in Kothe op 3.600 meter. Eindelijk in ruig terrein.

Eindelijk in het Mera Peak gebergte

Kothe is de toegangspoort tot het Mera Peak gebergte. Zodra we het dorp uitwandelen dienen we ons te melden bij de politiepost. De klimvergunning moet worden getoond en er moet natuurlijk ook weer worden betaald. De route langs het stromende water gaat langzaam omhoog naar Tangnag, op 4.267 meter hoogte. Een flinke sprong omhoog. Hier in Tangnag is het leven simpel. Ik herken het van de Everest regio. Theehuizen met een houtkachel in het midden, die pas vanaf vijf uur wordt aangestoken. Vaak net te laat om je sokken goed droog te krijgen. Een lichte hoofdpijn herinnert me aan de hoogte. En aan de plicht om liters thee te drinken. 

Direct aan het zuurstof

Aan het einde van de middag wordt er een Nepalese porter op een brancard ons theehuis binnengebracht. Hij ziet er slecht uit. Hoogteziekte. Zijn zuurstofopname is nog maar 40% en zonder hulp zal hij sterven. Gek genoeg regelt de lokale medicijnman extra rook om hem heen. Ook leest hij in een schaal de beweging van as rondom een 100 Rupi biljet. 

Een uur later is het nog niet veel beter. Dorpsbewoners staan om hem heen en ze meten zijn bloeddruk. “Is 62/111 goed” vraagt een jonge vrouw aan mij. Ik ben geen dokter antwoord ik, maar 60 is erg laag volgens mij. Op dat moment herinner ik me een andere trekking groep. Australiërs en twee Nederlanders. Inclusief een Australische uroloog. Ik stuur mijn gids naar hem toe en hij komt. Zijn conclusie: deze man moet direct aan het zuurstof en verder naar beneden. Hij spuit nog twee steroïden in zijn arm, om daarmee maximaal twintig uur te rekken. In het donker, op een nieuwe geïmproviseerde stretcher van hout wordt de porter naar Kothe gebracht. Twee dagen later hoorden we dat hij het heeft gered. Pfiew.

Theehuis en lodge op de route naar de top van Mera Peak

Het verzamelpunt van groepen

Met dat verhaal in ons achterhoofd vertrekken we de volgende dag voor weer een grote stap omhoog. We gaan naar Kare op 4.900 meter. De hoofdpijn is netjes verjaagd door de ‘black tea’ met twee schepjes suiker. De wandeling gaat als vanzelf. Er zijn amper nog traptreden, hoewel het af en toe wel zoeken is naar de beste stenen om op af te zetten. Kare is echt het verzamelpunt van groepen. Iedereen neemt er een acclimatiseringsdag. Ook wordt er veel getraind met touwen en veiligheidslijnen. We zijn er ruim op tijd en besluiten ‘s middags nog om een uitkijkpost te beklimmen. Even door naar 5.200m en dan weer ‘laag’ slapen op 4.900m.

Een extra trainingsdag

Er is hier gelukkig WiFi, zodat ik iedereen in Nederland kan bijpraten. Blijkbaar zijn er elders in Nepal Nederlanders ingesneeuwd, want mijn inbox is ontploft met verontruste berichten. De dag erna is dus ook voor ons trainingsdag en Nurbu leert me mezelf omhoog te trekken en om bij het abseilen sprongen te maken. Voor het geval we een crevasse over moeten springen.. Het blijkt erg eenvoudig. De grote moeilijkheid is het continu goed nadenken over welke lijn wanneer vast moet zitten. Altijd minimaal één. We oefenen het vier keer en vertrouwen erop dat dit ook op de top goed zal gaan.

Om nog meer te acclimatiseren wandelen we ook nog even naar Mera Peak basecamp op 5.200 meter. Opnieuw met best wat smalle paden en steenslag dat op scherp lijkt te staan. Helaas hebben we de stijgijzers niet meegenomen, dus we kunnen niet alvast de sneeuw in. We gaan terug en vroeg naar bed.

De strijd aan met de sneeuw

Nu wordt het spannend. We herhalen de route naar basecamp en gaan dan met de ijzers onder de strijd aan met de sneeuw. Het worden in totaal 700 hoogtemeters naar high camp op 5.800 meter, hoger dan ik ooit ben geweest. Het is zwaar lopen op een smal pad. De wandelstokken iets naast het pad plaatsen en ze zakken direct een halve meter diep weg. Met als gevolg dat je er bijna met rugzak en al achteraan gaat.

Onderweg naar Mera Peak

High camp

We gaan in redelijke conditie door en bereiken de tent. Het is een raar gebied, achter een hele dikke rots, maar feitelijk op de rand van de berg. Slaapwandelen verboden vannacht. Het is ook overal raar geel naast de tenten. Ik herinner me een nummer van Frank Zappa; don’t eat the yellow snow… Het toilethok hangt boven de afgrond en is spekglad. Direct besluit ik daar vannacht niet naartoe te gaan en met mijn zakmes bouw ik een waterfles om tot plasfles. De warme soep is welverdiend en ik dwing mezelf ook de rijst helemaal op te peuzelen. Het valt niet mee en eigenlijk wil ik gewoon de slaapzak in. Dat gebeurt ook rond zeven uur.

Met de wekker op 01:15 ‘s nachts lukt het me niet om te slapen. De kou, de wind, de geluiden. En: de dreiging van het toilet. Rond elf uur is het dan zover: ik moet nodig. Op mijn knieën met de plasfles. Blijkt de aandrang wat groter dan alleen plassen. Snel besluiten nu. Even later zit ik half naakt naast de tent onhandig gehurkt. Dit moet iedereen gehoord hebben, maar het kan me eigenlijk niet eens meer schelen. Mijn hand is ijskoud van het afsteunen op de sneeuw en ik kruip opgelucht diep in de slaapzak. Laten we maar naar de top gaan. 

Midden in de nacht naar de top

Hoe ze het regelen weet ik niet, maar midden in de nacht staat er ineens een bak pap en een beker thee voor mijn neus. Snel warm aankleden en opeten die hap. Ik doe vijf lagen over elkaar aan. De grote camera doet het niet dus ik stop mijn iPhone in de tweede laag. Veilig warm voor de batterij. Alles gaat wat trager op deze hoogte. Uiteindelijk vertrekken we om 2:45u. In het donker met muts en hoofdlamp erop. Vier (!) uur later doen we nog steeds hetzelfde. Stap voor stap omhoog. Hartslag rond de 140, benen die vragen op te geven en mijn gids die veel sneller kan. De wind is koud en snijdt. En dan ineens: de zonsopkomst achter Mount Everest! Wat prachtig, maar genieten lukt nog niet echt. Wat is het zwaar.

Inmiddels komen de eerste klimmers terug. Sommigen hebben het gehaald, anderen buigen hun hoofd zodra ik het ze vraag. Helaas. Later blijkt ook nog dat veel klimmers Kare moesten verlaten in verband met hoogteziekte. Vaak moesten ze zelfs terug naar Kothe. Ik krijg ineens de finale in het zicht; een soort extra toef sneeuw van zo’n honderd meter hoog. Nu we hier zijn begint mijn vertrouwen te groeien. Die gaan we ook nog even pakken hoor. Wat me ook ineens opvalt is dat het helemaal niet gevaarlijk lijkt. Terwijl mijn reisagent nog een foto van best een scherpe sneeuwkam had gestuurd. Dat bleek later per abuis de Island Peak geweest te zijn. Mijn grote hoogtevrees was dus helemaal niet getest op hoogte, maar des te meer in de lange aanloop door het regenwoud.

Mera Peak

Een uur later staan we op de gure top. Er is veel ruimte om te staan voor de foto’s. Met op de achtergrond de Mount Everest, die net zo hoog lijkt te zijn. We hebben 6.476 meter hoogte bereikt! Heel erg blij kan ik nog niet zijn, want mijn energie is wel zo’n beetje op. De iPhone in mijn binnenzak van laag twee heeft het ook al opgegeven. Heb ik per ongeluk misschien de zaklantaarn aan gedrukt of kon de batterij het toch niet aan? Gelukkkig werkt de camera van Nurbu en hebben we de summit foto’s veiliggesteld. 

Mera Peak summit foto

Naar beneden

Let’s go. Naar beneden. Highcamp en dan snel verder naar Kare. 1.300 meter dalen in de sneeuw. Met de teen tegen de voorkant van de sneeuwschoen. Euforisch is het gevoel niet, maar ik ben zo blij dat het is gelukt. Het liefst zou ik nu op een slee naar beneden willen. Eind van de middag komen we beiden uitgeput aan in Kare. Met een overwinningsgebaar naar de theehuis eigenaar. Van alle kanten komen felicitaties. Het halen van de top is blijkbaar geen vanzelfsprekendheid. Die nacht slaap ik letterlijk als een baby. Met opgetrokken benen bijna negen uur achter elkaar. 

Plan C in werking

De route terug gaat eigenlijk ook nog door een pas, maar ik heb plan C al in voorbereiding. Met de heli van Kothe naar Lukla. En zo geschiedde. Twee dagen later is er die felbegeerde warme douche en het eerste biertje in bijna drie weken. 

De hike kort samengevat: de Mera Peak is hikeable, maar met hoogtevrees of hoogteziekte is de aanloop een lastige. Neem ook veel doorzettingsvermogen mee.

André Verschoor,
Summiter Mera Peak – 16 oktober 2022.

Over de auteur van dit artikel