Onze trektocht door de bergen mét hoogtevrees

door

Het is weer eens tijd voor een nieuwe aflevering van Ik ga op reis en bereid me niet goed voor. Met in deze editie onder meer: een trektocht door Zwitserland, hoogtevrees en afdalingen met een kapotte knie. Want als iets natuurlijk vermakelijk en leerzaam is, is het leren van andermans fouten.

Team matig-voorbereid gaat op pad

Omdat wij (Kim en Nanouk) nooit zo goed zijn in voorbereiden, besloten we om een reis te boeken die al samengesteld was. Het klonk perfect, een trektocht door Ticino, hotels en ontbijt inbegrepen. Het enige wat je zelf hoefde te doen was de reis erheen en de reis terug regelen en natuurlijk de trektocht zelf lopen.

Dat deden wij volgens traditie pas op het laatste moment, wat inhield dat we er 3 uur slaap, een vliegtuig en verschillende treinen op hadden zitten voor we aan de eerste etappe begonnen. Een heerlijke, frisse start dus. Die weinige slaap vergaten we echter al snel bij het zien van de omgeving: bergen, schattige huisjes en kleine watervalletjes. Vooral die bergen waren erg mooi. Vanaf een afstandje.

Waar komen die bergen vandaan?

Natuurlijk verwacht je bij een trektocht door Zwitserland wel hoge bergen, het zijn immers de parels van het gebied waar we heen zouden gaan. Maar dat je deze dan dus ook moet klimmen hadden wij als een probleem voor later bestempeld. Uren zwoegend in de zon omhoog en mogelijke spierpijn, niet over nagedacht dus. Een bijkomend detail dat hoogtevrees best lastig kan zijn in de bergen, hadden we voor het gemak ook even buiten beschouwing gelaten.

Die eerste befaamde uitgeruste dag klommen we tot 1000 meter hoogte. Daar deden we ongeveer vijftien keer zo lang over als we hadden gepland. Dat kwam ook omdat de route langer was dan stond aangegeven, een beetje een domper natuurlijk, maar iets wat wel vaak voorkomt bij het lopen van trektochten. We kwamen uit bij een militair terrein en besloten dat we hier wel dwars overheen konden, ondanks de Italiaanse waarschuwing die we niet helemaal begrepen. “Als hier echt bommen liggen, hadden ze het maar beter af moeten zetten.” Ondanks de vele uren zwoegen met benen die nog niet helemaal snapten wat de bedoeling was, waren de uitzichten dan wél weer prachtig.

Eindelijk aangekomen bij het eerste hotel hebben we onszelf nog eens hard uitgelachen en een lekkere Zwitserse wijn besteld; “morgen gaat het vast beter.”

Uitzicht vanaf Monte Boglia een berg in Zwitserland

Poging twee van de trektocht

De volgende dag ging het inderdaad beter, al had dat misschien meer ermee te maken dat we nu op een zwaardere tocht waren ingesteld. Gelukkig maar.

Dag twee zou de zwaarste dag worden, met een col van 1600 meter en gelukkig een kabelbaan om af te dalen. Heel de weg deze col op waren wij de enige die daadwerkelijk aan het klimmen waren. Vanaf de andere kant kwamen mensen die, zo vermoedden wij, met de kabelbaan omhoog waren gegaan en nu juist naar beneden liepen. Termen als “watjes” en “lekker makkelijk” kwamen al dan niet per ongeluk uit onze monden. Dat wij die opties stiekem ook best fijn hadden gevonden lieten we niet merken, we waren hier overigens om een top te beklimmen.

Met hoogtevrees naar de top

Het laatste stukje naar de top kwam in zicht, links in de diepte zag je het meer van Lugano en rechts een andere afgrond. Een prachtig uitzicht, maar een afgrond die toch ook wel mijn hoogtevrees wat aanwakkerde. Welke stad precies in het dal lag wist ik niet en kon me op dat moment ook niet zoveel schelen. Voor mijn gevoel had ik het namelijk druk genoeg met zorgen dat ik niet in de betreffende afgrond stortte, mijn hoogtevrees kreeg duidelijk wat meer recht van spreken. Maar hé, dit prachtige uitzicht levert dan wel weer parels van foto’s op.

Bergkam met aan beide kanten een vallei

Omlaag met de kabelbaan.. of toch niet?

Eenmaal op de top dachten we dat we het zwaarste gehad hadden. Het klimmen was vast en zeker het zwaarste van deze dag. Hoe moeilijk kon het nu zijn om dat stukje tot de kabelbaan af te dalen? Opnieuw hadden onszelf iets overschat. De afdaling was pittig, rotsachtig en leek ontworpen om mensen zo hard mogelijk naar beneden te laten glijden. Ook was de kabelbaan niet vlak ná de top, zoals wij hoopvol hadden gedacht, maar pas in het dal en bracht die ons alleen het laatste stukje naar beneden.

Ergens onderweg naar beneden kregen we respect voor de ‘watjes’ die we eerder via de andere kant zagen dalen op onze beklimming.

Het meer van Lugano waar de trektocht langs ging

Dit is geen wandelpad

De volgende dag ging het eerste stuk van onze route langs het meer van Lugano. Hier genoten wij zo van dat we besloten van de route af te wijken en nog een stuk langer langs het meer te lopen. De prachtige ochtend zon die op het water glinsterde met een beetje ochtendmist erboven, dit was echt een plaatje.

Er bleek een reden te zijn dat de route niet zo bedacht was. De weg was namelijk niet helemaal – lees helemaal niet – geschikt voor voetgangers en menig boze bestuurder keek ons aan toen we ineens op een autoweg liepen. Nadat we een heleboel keer “Excusi” hadden geroepen naar auto’s, kwamen we levend en wel aan op een wat veiligere plek en besloten we vanaf daar de route maar weer te volgen. De tocht leidde ons terug de bergen in, die we vervolgens met een sprintje weer afdaalden om de boot naar de overkant nog te halen (geen aanrader met zwakke knieën) en ging vervolgens met de kabelbaan omhoog naar ons volgende hotel.

Niet erg goed voor je knieën

Zowel iedere reis en trektocht zijn naast hoogtevrees mijn knieën een zwakke plek en vond ik het een wonder dat ik er nog niet veel last van had gehad met de steile afdaling. Tot de laatste dag. Op het begin van de laatste afdaling begon mijn knie al pijn te doen, een bekend gevoel waar je eigenlijk geen kant mee op kan. Na de laatste stop slaagde ik er niet meer in om hem te buigen. We moesten nog wel zo’n 400 meter dalen dus een betere optie dan gewoon doorgaan was er eigenlijk niet. Na een korte pauze en even heel hard lachen om de situatie, ben ik als een soort tovenaar uit The Lord of the Rings met een grote stok als steun naar beneden gestrompeld.

Na onze traditionele vakantie tattoo keerden we terug naar huis met het plan om volgende keer een hoge berg te gaan beklimmen: Mount Olympus. Dat wordt nog wat.

Wandelen door de bergen met een stok

Over de auteur van dit artikel

4 reacties. Reactie plaatsen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.