De Walker’s Haute Route is een trail die zowel door Zwitserland als Frankrijk loopt. Met 190km mag je het gerust een langeafstandswandeling noemen. In maar liefst 6-15 dagen loop je helemaal van de Matterhorn tot aan de Mont Blanc. In drie artikelen neem ik je mee in mijn ervaringen bij het lopen van de Walker’s Haute Route. In deel 1 vertelde ik hoe we de eerste paar dagen al vele fantastische kilometers aflegden. Dit is deel 2. Op het programma staat een lange dag door het dal bij Evolene, gevolgd door een dag in isolatie in Val des Dix.
Weer op pad
Bepakt met nieuwe etensvoorraden en uitgerust na een lange nacht slapen, gaan we er weer tegenaan. Dit gebied hadden we al verkend. We komen steeds dichterbij verschillende gletsjers, die zich opwerpen tegen de grote massieven. De klim naar Cabane de Moiry is een aanrader voor iedereen. Deze berghut ligt op honderd meter naast de grote gletsjer daar. Ik zou daar graag nogmaals teruggaan om gewoon een volle dag op het terras weg te dromen door dit schouwspel. Maar wij lieten de cabane links liggen en kampeerden bij een bergmeer op de pas. Hoewel er een heldere nacht was voorspeld, betrekt de hemel vlak voordat we onze ogen laten rusten. ‘S nachts komt het met bakken naar beneden waardoor we extra blij zijn met de beslissing om toch met de buitentent te slapen.
De boerendorpen van Zwitserland
De volgende ochtend dalen we af naar de lange vallei, die ons via het bergdorpje Evolene naar Arolla moet brengen. Aan het begin van de afdaling zien we grote hoeveelheden Edelweiss; iets wat later mijn moeder erg jaloers zou maken. De afdaling zelf is geleidelijk en het dal ligt er mooi bij in de ochtendzon. Deze vallei is niet zo druk beskied als Grimentz en het gevolg is dat alle dorpjes veel rustieker zijn en fijn om langs te lopen. De vele kleine boerderijtjes zijn nog steeds bevolkt door boerengezinnen, die met ons opstaan om de ochtendtaken te vervullen. De uiteindelijke klim naar Arolla toe wordt gekenmerkt door een kleine omweg naar Lac Bleu: een onvoorstelbaar helder bergmeer waar veel dagjesmensen naartoe lopen. De echte bikkels durven hier een plons te nemen!
We bereiken Arolla tegen borreltijd. Na een welverdiende cola met extra zak chips, besluiten we nog een uur verder te klimmen om zo de eerste uren van morgen wat dragelijker te maken. We vinden een mooie plek in een bergkom, met uitzicht op een gletsjer en een kudde koeien. Life is good!
Grote verwachtingen
Vandaag is de top-dag: de dag waar ik echt naar heb uitgekeken. Vandaag lopen we door Val des Dix. In de Zwitserse alpen kan het lastig zijn om je te isoleren van alle beschaving maar vandaag wordt het hem. Vrijwel de hele dag blijven we boven de 2500m om door twee verschillende valleien te trekken. We besluiten de wekker extra vroeg te zetten: 04:00u. Niet alleen om een voorsprong op de dag te hebben, maar ook om andere redenen. De dag begint met een klimmetje van een uur voordat we op de pas zijn. We hopen daar rond 05:30 te zijn om de hele zonsopgang te zien met een welverdiende koffie. Timing kon bijna niet beter. Aangemoedigd door een groep steenbokken klimmen we naar de top en genieten met volle teugen!
Val des Dix
Op de top heb je twee keuzes. Een stukje verder klimmen en een traditionele afdaling tegemoet, of iets lager naar beneden via een aantal ladders. We zijn in heldhaftige bui en besluiten voor de ladders te kiezen. Ze zijn technisch niet moeilijk maar het helpt niet dat je tien meter ongezekerd naar beneden moet klauteren. Spectaculair is het wel, want aan de andere kant staan we in Val des Dix. Dit dal is de isolatie waar ik naar op zoek was. De uitlopers van de gletsjer vanaf Pigne d’Arolla komen in dit dal uit. Het eerste uur lopen we over rotsvelden naar beneden en zien een groep steenbokken midden in het dal staan.
Hierna volgt een mooie afdaling naar een stuwmeer en langs verscheidene hutjes. We besluiten koffie te doen bij een kudde koeien in de buurt. Die dieren bleken helaas ook groot fan van ons te zijn en komen zich om ons heen dringen alsof we een stel BN’ers zijn. Na de eerste paar nieuwsgierige hapjes aan mijn tas besluiten we dat het maar beter is om daar weg te gaan. Aan het einde van het dal volgen twee korte pittige klimmen, voordat we onze lunchplek bereiken. Terug, in de verte, zien we nog de eerste pas die we die ochtend gedaan hebben.
Op naar Cabane de Mont Fort
De uren hierna zijn wat technischer. We moeten ons door een paar sneeuwveldjes werken om richting de laatste klim te komen. We moeten voorzichtig zijn om te voorkomen dat we een vervelende val maken. De laatste klim door de sneeuw is daardoor ook wat vermoeiender dan gepland. Aan het einde van de dag maakt het pad een splitsing. De laatste bergkam is te trotseren op twee verschillende manieren. Verschillende gidsen bevelen de hoogste en kortere aan: Col de la Chaux. Erop terugkijkend, zou ik dit graag willen ontkrachten. Het pad komt hier uit bij een pas met rots- en grindhelling. Dit is ergens gevaarlijk om te doen en hoewel de adrehalinekick een interessant einde van de dag is, had ik achteraf toch gekozen voor de meer veilige Col Termin.
De eerste blik op de Mont Blanc
Onze monsterdag eindigt bij Cabane de Mont Fort. Als ik een tweede berghut mag aanraden om te slapen, tijdens de Walker’s Haute Route, is dat hier. Gelegen bovenaan het skigebied bij Verbier, kijkt de hut uit op het Mont Blanc massief in de verte. Dit machtige uitzicht is alleen maar beter omdat de hut ten westen van het gebergte ligt. Terwijl wij ons ijskoude biertje drinken, kijken we bijna verliefd naar deze bergen toe. Nog drie dagen en we zullen er zijn. Onder de hut ligt een weiland waar een paar beken doorheen lopen. Het smeekt ons bijna om de tent er op te zetten, en wij willigen de smeekbede maar al te graag in.
Meer avonturen van Friso volgen? Check zijn Instagram.