Voor de dichtstbijzijnde bergwandeling ga je naar de Allgäuer Alpen

Wil je in de bergen wandelen, maar heb je maar een paar dagen vakantie? Ga dan eens naar de Allgäuer Alpen in Duitsland. Dit gebied, op de grens met Oostenrijk, is het dichtstbijzijnde Alpengebied vanuit Nederland. Op ongeveer 800 km reizen sta je middenin een wandelparadijs met toppen van meer dan 2000 meter.
Ik ging naar Oberstdorf, een dorp in de Allgäuer Hochalpen, makkelijk per auto en ook per trein bereikbaar. Samen met het Kleinwalsertal, dat even verderop in Oostenrijk ligt, is Oberstdorf het grootste bergsportgebied aan de noordkant van de Alpen. Je kunt er op elk niveau hiken, klimmen en mountainbiken. En natuurlijk skiën in de winter.

Allgäuer Alpen

400-toppen vanaf de Nebelhorn

Ik neem je mee op een bergwandeling die ik maakte in de Allgäuer Alpen. De route start bij Höfatsblick, het tweede tussenstation van de Nebelhornbahn. Maar eerst ga je naar de top van de Nebelhorn (2224m) voor een schitterend uitzicht op wel 400 bergtoppen in de omgeving. Nadat je hebt genoten van dit uitzicht ga je een stukje terug met de kabelbaan naar Höfatsblick. Daar start route 7 in de categorie rood (middelzwaar, 16km).
Tips voor de kabelbaan: Bij veel overnachtingsadressen in Oberstdorf krijg je een gratis toegangskaart voor de kabelbanen in de omgeving. Ideaal om snel op grote hoogte te komen. De Nebelhornbahn start in het dorp en is erg populair. Je kunt het beste meteen al bij de openingstijd gaan want er staat, zeker in het weekend in de zomer, al snel een super-super lange rij.

Zicht op twee werelden

Eerst daal je een stukje af in het dal Grossen Gund. Laat je niet afschrikken door een kort steil stuk met staaldraad en een enkele extra metalen tree om je te helpen op het pad. Erger dan dit wordt het niet. Al snel stijg je weer langzaam naar de Geissfusssattel (1927m), het hoogste punt van de wandeling. Dit zadelpunt is een prima plek om even uit te rusten en te genieten van het uitzicht.
Ik vind het elke keer weer een bijzondere ervaring om een zadelpas te bereiken. Achter je zie je het dal waar je vandaan kwam, en voor je ligt een nieuw dal, alsof er opeens een hele nieuwe wereld voor je opengaat.

Een duik in de ijskoude Gaisalpsee

Vanaf hier is het alleen nog maar dalen naar twee bergmeren. Naar de Bovenste Gaisalpsee en daarna naar de Onderste Gaisalpsee (1500m). Dit onderste meer is ook weer een heerlijk rustpunt en nodigt uit tot een duik, als je durft in het ijskoude water. Vanaf het onderste meer is het nog ongeveer 2 km en 400m hoogtemeters dalen tot aan een gezellige berghut waar je dik verdiend een groot stuk Apfelstrudel kunt bestellen. Daarna loop je makkelijk de laatste kilometers terug naar Oberstdorf.

Stijgen of dalen?

Ik liep deze tocht van boven in de bergen naar beneden, ongeveer 1200m dalen. Andersom kan natuurlijk ook. Ondanks dat dalen makkelijker lijkt dan stijgen, weet iedere bergwandelaar dat afdalen minstens zo intensief en soms zelfs moeilijker is dan bergop. Vooral als het nat en glad is, of als er veel losse stenen op het pad zijn. Onderschat een lange afdaling nooit!

Mocht je ook plannen hebben om naar Oberstdorf in de Allgäuer Alpen te gaan, dan vind je nog veel meer wandelingen hier en hier.