Italië, het land van de zon, prachtige natuur, goede wijnen en nog zoveel meer. Vooral die wijn is interessant in dit verhaal. We nemen je namelijk mee naar het noorden van Italië, waar we al wandelend door de wijngaarden het land leren kennen. Naar een regio waar je de wortels van de cultuur kan zien. Er waar met passie en trots wordt gewerkt aan kwaliteitsproducten, om daarnaast met volle teugen te genieten van familie en heerlijk eten. Wij liepen eerder al een mooie wijn hike in Barolo, maar in heel Piemonte zijn mooie wandelingen te vinden.
Kleine routes met grote namen
Voor onze wandelingen gaan we naar Piemonte. Daar heeft de gemeente Isola D’ Asti in 2018 een achttal wandelingen uitgezet en een kaart uitgebracht waar alles netjes is aangeduid. Met namen als ‘Het bosje van de generaal Govone’, ‘De legende van het dode paard’ en ‘De zon in het oosten’ is er in ieder geval wat te verkennen. We lopen er over paden die voor een groot deel van de wegen af gaan, om zo verschillende soorten landschappen te ontdekken die er in de buurt te vinden zijn.
Het kleinste rondje is maar 1,7 km, genoeg om even de benen te strekken voor het eten. Voor de langste ronde is het verstandig tijdens de hete zomermaanden vroeg op te staan, want met ruim 16 kilometer loop je anders het risico op oververhitting. Wanneer je alle paden loopt kom je langs zes kerkjes, een oude romeinse toren, de rivier de Tanaro, die haar oorsprong vindt in de Ligurische Alpen bij de Franse grens. Daarnaast is er met geluk wild te spotten, zoals hertjes, hazen, vossen of zelfs een wildzwijn. En je vindt er in ieder geval ook het tweede populairste gewas na de druivenstruik: hazelnoten. Overigens zijn alle wandelingen rondjes, dat scheelt toch altijd wat geregel met vervoer.
Ieder seizoen iets
Als het je vooral om de wijngaarden te doen is, dan zijn de maanden augustus en september ideaal om een wandeling door de wijngaarden te maken. De struiken hangen dan vol met druiven die klaar zijn voor de oogst. Maar eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de maanden daarna misschien wel het mooiste moment zijn, doordat de temperatuur wat daalt, de herfstkleuren vermengen met het groen en er steeds meer heldere dagen zijn, waardoor je van het uitzicht op de Alpen geniet. Net als met de meeste wandelingen, raden we aan in de heuvels van Piemonte stevige schoenen te dragen en wat te eten en drinken mee te nemen. Niet alle paden komen langs voorzieningen en tussen de wijngaarden lukt het nog weleens om even af te (ver)dwalen. Voor mooier weer is het natuurlijk altijd mogelijk om verder naar het zuiden uit te wijken, want ook daar zijn wijngaarden te vinden!
De druiven
Een korte ode aan de druiven uit de regio kan niet ontbreken. De meest beroemde druif van de Piemonte is de Nebbiolo, bekend om een aantal chique wijnen zoals de Barolo, Roero en Barbaresco. Maar de Barbera druif komt veel meer voor. Als je opzoek bent naar een wat toegankelijkere wijn in zowel smaak als prijs, dan is dit de perfecte druif. Het toegankelijke kan je zelf ervaren door bij een wijnhuis aan te kloppen. De boer kan je eerst even nors en vragend aankijken, maar als het duidelijk is dat het over wijn gaat zal de grimas snel plaatsmaken voor een brede glimlach en moet er geproefd worden. Voor de liefhebbers van witte wijn zijn er ook goede opties. Lekker voor de warme dagen zijn de druiven Moscato, Arneis en Cortese.